
Een ‘voedzaam’ webinar bij Het Ontwikkellab
Mijn kind eet (opeens) geen groente meer
Hoe dat komt heeft te maken met een belangrijke ontwikkeling rond de leeftijd van 16 maanden. In deze fase leert het kind zijn eigen ‘ik’ kennen en daarmee ook autonomie ervaren. Ineens kent je kind het woordje ‘nee’. In deze fase zijn kinderen ook gevoelig voor voedselneofobie. Dit is een periode waarin het kind bang kan zijn voor onbekend voedsel of zelfs onbekend eten weigert.
Op jonge leeftijd zijn de smaakpapillen heel gevoelig
Vooral de smaakpapillen voor bitter zijn nadrukkelijk aanwezig. Bitter duidt in de natuur vaak op vergif. Het herkennen van deze smaak was zeker vroeger noodzakelijk. Kinderen die hier gevoelig voor waren, hadden zo een grotere overlevingskans. Het was namelijk niet veilig dat het kind ieder besje in de mond stopte. Veel groente hebben voor kinderen ook vaak een bittere smaak.
Naarmate het kind ouder wordt, neemt die gevoeligheid van de smaakpapillen af. Het wordt daardoor voor een kind makkelijker om groente te leren eten.

Je kind is 6 en zegt nog steeds geen ‘ja’ tegen groente
Dit kan komen doordat je kind niet voldoende uitdaging ervaart om eten te proeven. Geen zorgen, het is nooit te laat om hier mee te beginnen. Het kan ook een genetisch aanleg zijn (hoe was je zelf of je partner vroeger als eter?). Of er is misschien een gebeurtenis in het leven van je kind die daarmee te maken heeft, denk aan een verslikking of een keel-, neus- of ooraandoening.
Proeven is een leerproces
Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Leren proeven vraagt tijd en oefening, net als ieder ander leerproces. Proeven begint al met kijken. Een volgende stap is het aanraken en voelen van eten. Daarna komt ruiken of likken. Vervolgens komt proeven in de mond, waarbij ze de hap nog in een servetje mogen uitspugen. Tot slot slikt het kind het eten door. Vier vooral kleine successen met bijvoorbeeld een dikke knuffel of een extra boekje lezen. Elk klein stapje is een positieve stap voorruit. Creëer een ontspannen eetomgeving en leg vooral geen druk op het oefenen.
Zonder strijd aan tafel
Dat bereik je volgens Sarah vooral door hierin samen met je kind op te trekken. Jullie krijgen hierin ieder een eigen verantwoordelijkheid. Voor de ouder betekent dit dat die bepaalt wanneer, wat en waar er wordt gegeten. Als kind mag je zelf bepalen of je eet en hoeveel je eet. Natuurlijk geldt dat niet voor bijvoorbeeld koek, snoep, chips, toetjes en (rood) vlees. Deze aanpak geeft kinderen de ruimte om in hun eigen tempo nieuwe smaken te ontdekken.

Andere tips!
- Eet samen aan tafel; zien eten doet eten.
- Zorg voor een duidelijke maaltijdstructuur van 3 hoofdmaaltijden met 2 á 3 (groente of fruit) tussendoortjes. Met die structuur voorkom je trek tussendoor en houdt je kind zin in eten tijdens de hoofdmaaltijden.
- Bied groente of fruit dat je kind wel lust in verschillende vormen aan (bijvoorbeeld blokjes komkommer, reepjes, mini-komkommer). Verandering van vorm is soms ook al een uitdaging.
- Combineer de ‘topper’ met de ‘flopper’. Dit wil zeggen: biedt iets aan wat je kind heel lekker vindt samen met iets wat nog nieuw is.
- Meng de groente of fruit die het kind niet lust met iets wat het wel lust. Start met een beetje toe te voegen en doe iedere volgende keer een beetje meer van de ‘nieuwe’ soort bij de favoriete groente/fruit. En wees eerlijk tegen je kind over wat er in zit (dus verstop het niet).
- Bied meerdere groente en fruit aan om te proberen. Bij een tussendoortje kun je hier een ‘monkey platter’ bij gebruiken. Dit is een bord of schaal met allerlei verschillende soorten eten waar je kind zelf van kan pakken. Het kan van alles zijn, zoals fruit, groenten, noten, kaas, crackers, etc.
Het Ontwikkellab
Kennis delen en elkaar inspireren vinden we bij Junis Kinderopvang erg belangrijk. Onder de naam ‘Het Ontwikkellab’ bieden we daarom regelmatig diverse webinars aan. Houd na de zomervakantie het ouderportaal in de gaten voor ons nieuwe ouderwebinar ‘Slimme opvoedspieren’.